Schapen spelen een belangrijke rol in Nederland om natuurgebieden te onderhouden en voor het begrazen van zeedijken; ze hebben namelijk ‘gouden’ hoefjes die goed zijn voor een stevige graszode. Het schaap is een evenhoevig zoogdier, een herkauwer met 4 magen, door de mens gedomesticeerd uit de moeflon. Schapen zijn echte kuddedieren, een schaap alleen zal zich snel eenzaam en onveilig voelen. De Nederlandse schapenrassen zijn onder te verdelen in heideschapen, weide-of melkschapen en vleesschapen. Hobbymatig zijn er ook allerhande buitenlandse rassen naar Nederland gehaald. De meeste schapen lopen in Friesland.

Schapen worden het meest gehouden voor het vlees. Een klein deel is melkschaap; de melk wordt vaak gebruikt om zuivelproducten, zoals kaas te maken. Wol is een natuurlijk en duurzaam product; te gebruiken voor woningisolatie, als meststof in de tuin, om te vilten en voor het warmhouden van eten (theemuts) of terwijl je slaapt. Ondanks dit alles is de wol de laatste jaren om diverse redenen helaas niets meer waard. De schapenhouderij staat verder erg onder druk door de komst van de wolf en het blauwtongvirus.

Tip: Een schaap hoort niet op de rug liggen, het gas dat de pens aanmaakt kan er dan niet uit, gaat uitzetten en verdrukt de longen, zodat het dier stikt. Het is belangrijk dat het dier zo snel mogelijk op zijn kont en daarna op de poten wordt gezet.